Brandkasten zijn belangrijke brandbestrijdingsapparatuur. De plaatsing- en beveiligingsmethoden voor brandbestrijdingsapparatuur daarin zijn direct gerelateerd aan de efficiënte en veilige toegankelijkheid van apparatuur tijdens brand in brand. Een goed georganiseerde apparatuurindeling en beveiligde beveiligingsmethoden kunnen effectief schade aan apparatuur en toegangsproblemen voorkomen, waardoor soepele brandbestrijdingsactiviteiten worden gewaarborgd.
Brandbestrijdingsapparatuur classificatie en functioneel overzicht
Brandbestrijdingsapparatuur in brandkasten omvat meestal brandslangen, sproeiers, brandweersleutels, brandblussers, vuurassen en veiligheidskabels. Vuurslangen vereisen, als primaire brandbestrijdingsapparatuur, snelle inzet en verbinding; Nozzels worden gebruikt om het waterstroompatroon aan te passen; Brandweldkringen zijn gespecialiseerd gereedschap voor het openen van brandweerhichten; Brandblussers worden gebruikt om initiële branden te doven; Vuurassen en veiligheidstouwen helpen bij het redden en evacueren. Verschillende apparatuur heeft verschillende functies, dus hun plaatsing moet strategisch worden geregeld om snelle en nauwkeurige toegang te vergemakkelijken.
Plaatsingsnormen voor brandbestrijdingsapparatuur
De plaatsing van apparatuur in brandkasten moet zich houden aan de principes van "prioriteit van toegang, duidelijke classificatie en werkgemak." De volgende volgorde wordt over het algemeen gevolgd:
Brandslang: als de primaire brandbestrijdingsapparatuur moet de brandslang op de meest zichtbare en gemakkelijk ingezette locatie in het brandweer worden geplaatst. Het moet meestal worden opgehangen aan een toegewijde hanger en netjes opgerold om klitten en breken te voorkomen. De slangopening moet naar buiten worden geconfronteerd voor een snelle verbinding met een brandkraan.
Mondstuk: het mondstuk moet in de buurt van de brandslang worden geplaatst voor snelle installatie tijdens brandbestrijding. Het mondstuk moet veilig worden gepositioneerd om te voorkomen dat uitglijden of eraf vallen.
Fire Hydrant Wrench: de sleutel moet duidelijk worden beveiligd, meestal aan een haak opgehangen voor gemakkelijke toegang.
Brandblusser: de brandblusser moet in het onderste deel van de kast of in een speciaal compartiment worden geplaatst om te voorkomen dat het door de zwaartekracht rolt. De brandblusser moet verticaal worden geplaatst met de drukmeter duidelijk zichtbaar.
Hulpmiddelen zoals vuurassen en veiligheidskabels: deze tools worden vaak gebruikt voor reddingsactiviteiten en moeten gemakkelijk toegankelijk en veilig worden bevestigd om te voorkomen dat ze tijdens het hanteren glijden. De opslagorder moet voldoen aan de relevante vereisten voor de classificatie en configuratie van apparatuur in de nationale standaard GB 4986-85, "opslagdozen voor brandweerapparatuur", om ervoor te zorgen dat alle apparatuur gemakkelijk toegankelijk is op de plaats van een brand.
Beveiligingsmethoden voor brandapparatuur
Beveiligingsmethoden voor brandapparatuur zijn cruciaal voor de veiligheid van apparatuur en gebruiksgemak. De juiste beveiligingsmethoden voorkomen dat apparatuur verschuift of beschadigd raakt tijdens het hanteren, trillingen en brandomstandigheden.
Hangbeugel beveiliging: vuurslangen moeten worden opgehangen met behulp van een speciale, standaard-conforme hangbeugel. Hangbeugels zijn meestal gemaakt van metaal en vereisen corrosiebescherming. Het hangende beugelontwerp moet zorgen voor een soepele slang inzet en obstructie voorkomen.
Slot en beugel beveiliging: kleine apparatuur zoals sproeiers en brandweersleutels moeten worden beveiligd met behulp van slots of aangepaste beugels om slippen te voorkomen. De beveiligingscomponenten moeten veilig en betrouwbaar zijn, waardoor eenvoudige toegang met één hand kan zijn.
Bevangend of beugel beveiliging: brandblussers moeten worden geplaatst in een brandblusserbeugel uitgerust met een veiligheidsriem om het blusserlichaam te beveiligen en te voorkomen dat het kantelt of glijdt. De beugel moet veilig worden geïnstalleerd en de riemen moeten eenvoudig worden verwijderd. Schokbestendig ontwerp: armaturen moeten schokbestendig zijn om schade of losraken tijdens transport of gebruik te voorkomen.
Duidelijke labeling: armaturen moeten duidelijk worden gelabeld en gemarkeerd om identificatie en plaatsing te vergemakkelijken, waardoor gestandaardiseerde plaatsing van apparatuur wordt gewaarborgd.
Veiligheids- en onderhoudsvereisten voor plaatsing van brandbestrijdingsapparatuur
Juiste plaatsing en beveiliging van brandbestrijdingsapparatuur zorgt niet alleen voor handige toegang, maar heeft ook invloed op veiligheid en onderhoud. Ontwerp van brandkastje moet rekening houden met het onderhoud van apparatuur. Inspecteer regelmatig de beveiliging en integriteit van armaturen om losraken of schade te voorkomen.
Drukmeters en vervaldatums moeten regelmatig worden gecontroleerd op brandblussers en andere drukapparatuur. Slangen moeten worden geïnspecteerd op scheuren, schimmel en sproeiers. Uitrusting binnen brandkasten moet droog en schoon worden gehouden om te voorkomen dat vocht of stof hun effectiviteit beïnvloedt.
Normen voor plaatsing van brandbestrijdingsapparatuur
De bestelling en beveiligingsmethoden voor plaatsing van brandbestrijdingsapparatuur zijn voornamelijk gebaseerd op de volgende normen:
GB 4986-85 "Opslagboxen voor brandbestrijdingsapparatuur"
GB 50140-2005 "ontwerpspecificatie voor brandblusserconfiguratie in gebouwen"
GB 50016-2014 (editie 2018) "Code voor brandbeveiligingontwerp van gebouwen"
National Fire Protection Technische normen en relevante lokale brandvoorschriften